Bedrijven die het e-mailverkeer van werknemers willen controleren mogen dat niet zomaar doen. Hun personeel moet weten dat hun berichten kunnen worden gecheckt voordat het management tot die maatregel overgaat.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat dinsdag in een zaak van een Roemeen die in 2007 werd ontslagen omdat hij het mailaccount van zijn werk had gebruikt om berichten naar zijn broer en verloofde te sturen.
Roemeense rechters hebben volgens het hof ten onrechte nagelaten vast te stellen of het bedrijf de werknemer, verkoopmedewerker Bogdan Barbulescu, wel op de hoogte had gesteld van de mailcontrole.
Ook hadden zij moeten beoordelen of er geen minder ingrijpende maatregelen hadden kunnen worden genomen, aldus de rechters in Straatsburg. Zij concluderen in meerderheid (11 tegen 6) dat het recht op een privéleven is geschonden en de Roemeense rechters geen juiste afweging hebben gemaakt.
Een lagere instantie van het mensenrechtenhof had vorig jaar nog geoordeeld dat het bedrijf in zijn recht stond en Barbulescu’s privacy niet had geschonden.
De Europese vakbondskoepel ETUC had zich aangesloten bij de rechtszaak en is blij met de uitspraak. Het vonnis betekent dat zelfs als een onderneming privécommunicatie via bedrijfscomputers verbiedt, dat op zichzelf geen rechtvaardiging is voor het monitoren van de inhoud van de berichten of het ontslag van de werknemer, reageert ETUC-secretaris Esther Lynch.
De uitspraak maakt volgens haar duidelijk dat er grenzen zijn aan het surveilleren van personeel. "De kern van de boodschap voor de lidstaten is dat er genoeg regels moeten zijn die garanderen dat werkgevers het recht op privacy van hun werknemers respecteren."